20 april 2023

Samenwerken in de zorg: er mag meer dan je denkt

De Mededingingswet biedt zorgaanbieders meer mogelijkheden om samen te werken dan ze zelf denken, aldus Bart Broers, directeur Zorg bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Als die samenwerking maar bijdraagt aan betere zorg voor de patiënt. En als de zorgaanbieders zorginkopers en patiënten maar meenemen in hun plannen om samen te werken.

Lees de volledige tekst van de lezing

© ACM, Bart Broers

Broers sprak tijdens het Zorgvisie Congres Dag van de Zorginkoop op 30 maart. Hij legde uit waarom het goed is dat de Mededingingswet er is, ging in op wat wel en niet mag en vertelde hoe samenwerkende zorgaanbieders de ACM buiten de deur kunnen houden.

De Mededingingswet beschermt tegen accumulatie van macht en machtsmisbruik. De wet heeft 3 pijlers: het misbruikverbod, fusietoezicht en het kartelverbod. Sommigen beweren dat de zorg geen markt is. Boers pareerde dit met voorbeelden waarin minder concurrentie in de zorg leidde tot hogere prijzen zonder kwaliteitswinst en lagere kwaliteit bij gelijke prijzen.

Kennis delen, scholing en flexpool

Zorgaanbieders mogen op diverse onderwerpen samenwerken, aldus Broers. Ze mogen bijvoorbeeld zorginhoudelijke afspraken maken, kennis delen, en samenwerken voor opleiding en scholing en zorginkoop. Ook mogen ze samen een flexpool opzetten.

Wat ze niet mogen is prijsafspraken maken, de markt verdelen en afspraken maken over de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld om niet elkaars medewerkers aan te nemen. Maar deze verboden kennen uitzonderingen. Als het gaat om het bieden van passende zorg mag er opeens veel. Zoals het verdelen van het zorgaanbod en coördinatie in zorgketens.

Voordelen voor de patiënt

Dan moeten zorgaanbieders wel aan een aantal voorwaarden voldoen. De samenwerking moet netto-voordelen opleveren die vooral ten goede komen aan de patiënt, zoals betere kwaliteit en betaalbaarheid. De samenwerking mag de mededinging niet meer beperken dan nodig is om de gewenste resultaten te behalen. En er moet voldoende concurrentie overblijven.

“Zorgsamenwerking met moed, maakt ACM-toezicht overbodig”, aldus Broers. Voorwaarde is dat het expliciete doel van de samenwerking is om betere zorg voor de patiënt te realiseren. En dat de zorgaanbieders zorginkopers en patiënten meenemen in het proces. Samen dienen ze te wegen of de samenwerking bijdraagt aan solidariteit, toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg.

Onderzoek bij klacht

Als aan die criteria is voldaan, zal de ACM niet uit zichzelf een onderzoek starten. Dat gebeurt wél als de ACM een formele klacht ontvangt. “Dan zijn we wettelijk verplicht een onderzoek te starten. Een klacht kan immers betekenen dat uw voorwerk toch niet helemaal voldoende is geweest. Hoe grondiger uw voorwerk, hoe steviger het startpunt staat.”

Zorgaanbieders die vragen hebben of twijfelen over hun plannen roept Broers op om contact te zoeken met hem of zijn ACM-collega’s. “Echt blij word ik als u dat niet als ‘losse’ hoekpunt doet, maar samen met de andere hoekpunten. Dat betekent immers dat u in overleg bent over gezamenlijke doelen om de zorg beter te maken."

Lees de volledige tekst van de lezing

Deel deze pagina