Samen bouwen aan toekomstbestendige medisch-generalistische zorg in de regio
Kunnen we straks nog wel naar de huisarts als we gezondheidsklachten hebben? Zijn er wel genoeg artsen voor mensen een beperking en voor de groeiende groep kwetsbare ouderen? En hoe kunnen beschikbare dokters zo slim mogelijk worden ingezet? Nu al zijn er op veel plekken in het land knelpunten met de basiszorg. Het programma Medisch generalistische zorg in de regio van het ministerie van VWS, Vilans en de Erasmus Universiteit ondersteunt regio’s bij het zoeken naar wegen om ook in de toekomst de basiszorg voor alle mensen op orde te houden.
Medisch-generalistische zorg in de regio (MGZ in de regio) is een vervolg op een eerder traject van Vilans, Duurzame zorg in de regio, legt programmamanager Marloes Berkelaar van Vilans uit. “Dat traject bracht diverse knelpunten aan het licht”, vertelt ze. “Doordat ouderen en mensen met een beperking meer en langer thuis wonen wordt de zorgvraag complexer. Artsen moeten meer samenwerken en elkaar ondersteunen om aan die vraag te kunnen voldoen. Daarom heeft VWS ons gevraagd een nieuw programma te starten om initiatieven praktisch en strategisch te ondersteunen.”
Complexe zorg en groeiende tekorten
Volgens Verenso (de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde) zijn er over tien jaar 2.766 specialisten ouderengeneeskunde nodig. Verenso verwacht dat en dan een tekort zal zijn van 1.230 SO’s. Afhankelijk van aannames over de groei van de zorgvraag verwacht de Landelijke Huisartsenvereniging in 2028 een tekort aan huisartsen in 10 tot 22 zorgregio’s. Ook is er een tekort aan AVG-artsen, vooral voor mensen met een beperking die zelfstandig wonen.
“De basiszorg voor kwetsbare groepen als ouderen en mensen met een beperking is in het geding”, zegt Saskia Coppes, senior-beleidsmedewerkers bij de directie Langdurige Zorg van VWS. “Met het programma willen we inzicht krijgen in knelpunten in de samenwerking om de zorg voor deze groepen te regelen, mogelijke oplossingen bedenken en goede voorbeelden in kaart brengen. Vilans zet coaches in om de samenwerking op gang te brengen en te stimuleren.”
Er zijn genoeg opleidingsplaatsen voor huisartsen, SO’s en AVG’s, weet Coppes. Maar studenten geneeskunde kiezen na hun opleiding tot basisarts voor andere specialisaties. Ze hebben geen trek in de beslommeringen die het praktijkhouderschap meebrengen voor de huisarts. Het zou ook goed zijn als alle geneeskundestudenten al tijdens hun basisopleiding uitgebreider kennis zouden maken met beroepen als SO en AVG, denkt ze. “Het is een uitdaging voor de beroepsgroep om het curriculum daarop aan te passen Dan zullen artsen in opleiding ervaren dat het werkveld boeiend is: complexe vragen, bijdragen aan de kwaliteit van leven, samenwerken met andere disciplines.”
Praktische en strategische ondersteuning
Vilans heeft een team van adviseurs samengesteld die initiatieven voor samenwerking bijstaan. Dat kan zowel op bestuurlijk niveau zijn als in de uitvoering. Meer dan vijftig initiatieven hebben zich aangemeld bij het ondersteuningsteam. “Veel initiatieven staan nog aan het begin”, zegt Marloes Berkelaar. “Capaciteit vrijmaken voor de samenwerking is vaak een probleem. Wij hebben die capaciteit en kunnen vanuit een brede deskundigheid over het totale speelveld van MGZ adviseren.”
Uit de aangemelde projecten blijkt dat er veel gebeurt in het land, vertelt Berkelaar. Huisartsenpraktijken die verpleegkundig specialisten inzetten, afspraken over gemeenschappelijke triage, inzetten van ‘stepped care’, waarbij mensen met een ondersteunings- of zorgvraag eerst gezien worden door een verpleegkundige en eventueel daarna door de huisarts of SO, behandeldiensten van verpleeghuizen die ook buiten de muren van de instelling actief zijn.
Samenwerking vooral binnen eigen branche
“Relatief veel samenwerking gebeurt nog vooral binnen de eigen branche”, zegt Berkelaar. “Er is nog weinig domeinoverstijgende samenwerking, bijvoorbeeld tussen de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg. Of tussen de zorg en het sociaal domein, waardoor je problemen misschien kunt oplossen zonder dat er medisch-generalistische zorg nodig is. We zien ook dat huisartsen soms geconfronteerd worden met nieuwe kleinschalige woonvormen voor kwetsbare mensen, waardoor ze er in één keer veel patiënten met een zware zorgvraag bijkrijgen.”
Naast de ondersteuning via coaches, werkt Vilans binnen het programma ook aan kennisdeling, onder meer via de website van Vilans met veel praktijkvoorbeelden, online en offline ‘leerkringen’ rond een thema en landelijke netwerkbijeenkomsten. In november 2023 was er een fysieke bijeenkomst en op 18 april 2024 is er een online bijeenkomst: Samen bouwen aan Medisch generalistische zorg in de regio. Berkelaar: “Professionals en beleidsmakers zijn zoekende. Daarom bieden we informatie en kennisproducten.”
Antwoorden vinden
Parallel met het programma MGZ voert de Erasmus School of Health Policy and Management van de Erasmus Universiteit Rotterdam actieonderzoek uit. Senior-onderzoeker Jitse Schuurmans is coördinator van dat onderzoek. “We willen leren over knelpunten en hoe die te slechten”, zegt hij. Tijdens het programma Duurzame medische zorg in de regio van 2018 tot 2021 stuitten we op terugkerende knelpunten. Daar gaan we nu verder onderzoek naar doen.”
Die knelpunten zijn geordend rond vier thema’s, legt Schuurmans uit: opschalen; domeinoverstijgend samenwerken; regelruimte in het beleid; en regionale sturingsinstrumenten. “Bij opschalen zien we bijvoorbeeld dat een bepaald initiatief op één locatie succesvol kan zijn, maar dat het niet lukt om het uit te breiden, soms zelfs niet binnen dezelfde organisatie. Waarom lukt dat niet? Waar zitten de hobbels? Daar willen we graag antwoorden op vinden.”
Een ander voorbeeld van opschalen is een huisartsenpraktijk voor bijzondere doelgroepen. “Bijvoorbeeld voor verstandelijk gehandicapten. Een gespecialiseerde praktijk kan deze patiënten overnemen van een reguliere huisartsenpraktijk, die daardoor meer ruimte krijgt voor zijn andere patiënten. Je kunt in die gespecialiseerde praktijk ook andere doelgroepen helpen, zoals dak- en thuislozen en statushouders. Want je moet een zekere kritische massa hebben. Het bemensen lukt wel; er zijn genoeg artsen die dit werk willen doen. Maar je botst op tegen institutionele kaders en regelgeving.”
Lunch- en netwerkbijeenkomst
Op 18 april vindt de online lunch- en netwerkbijeenkomst ‘Samen bouwen aan toekomstbestendige Medisch generalistische zorg in de regio' plaats. Schuurmans zal deelnemen aan een paneldiscussie over recente ontwikkelingen, zoals kleinschalige woonvormen. Saskia Coppes zal er onder meer ingaan op het beleid van VWS. “De bijeenkomst is interessant voor iedereen die met medisch-generalistische zorg te maken heeft”, zegt ze. “Huisartsen, SO’s, AVG’s, verpleegkundig specialisten, zorgverzekeraars, beleidsmensen van zorginstellingen, brancheorganisaties, samenwerkingsverbanden. Dit is een onderwerp waar we echt mee aan de slag moeten.”