Beleidsnota in Utrecht: ‘Gezondheid als standaard, niet zomaar een optie’

De beleidsnota 'Samen gezondheidsverschillen verkleinen 2024 – 2027' van de gemeente Utrecht is gericht op het gelijktrekken van kansen op een gezond leven voor alle inwoners van Utrecht. De nota heeft een brede blik: van het eigen inkoopbeleid tot gezonde woonomgevingen.

© VWS

Tinja Verkleij is beleidsadviseur Volksgezondheid bij de gemeente Utrecht met ‘koersen op gezondheid’ als thema. Dit thema gaat over ‘gezondheid in alle beleid’ en ‘gezondheid meer vanzelfsprekend maken’. Utrecht doet dit vanuit verschillende gemeentelijke rollen: wat de gemeente zelf doet, wat terugkomt in samenwerkingen, de initiatieven die ondersteund worden en via de rol als opdrachtgever. ‘Andere domeinen hebben ook baat bij gezonde inwoners. Gezondheid voor alle beleidsterreinen dus.’

Taal doet ertoe

De gemeente Utrecht wil gezondheid meer vanzelfsprekend maken. Maar als je iets de standaard wilt maken, zo vertelt beleidsadviseur Tinja Verkleij, betekent dat niet dat er óók een gezonde optie is, maar eerder dat er eventueel ook een ongezond alternatief is.

‘Taal doet ertoe. Men gebruikt vaak het woord ‘leefstijl’. Iemands leefstijl ligt dicht bij diens identiteit. Het woord ‘stijl’ zegt dat al. In onze gezondheidsnota spreken we liever over leefgewoonten. Die ben je gewend, die heb je aangeleerd en zijn gevormd binnen jouw plek in de maatschappij, en die kun je stap voor stap veranderen.’

Gezondheid in én voor alle beleid, een wederkerig belang

Gezondheid in alle beleid betekent dat gezondheid in alle beleidsdomeinen een afweging is: je probeert gezondheid te versterken en/of schade te voorkomen. Gezondheid is niet alleen een doel, het is ook een middel.

Verkleij: ‘Andere domeinen, zoals wonen, financiën, het onderwijs of de zorg, hebben baat bij gezonde inwoners. Mensen die gezond zijn kunnen gemakkelijker in eigen inkomen voorzien, zijn geconcentreerder op school of zijn in staat om mantelzorg te verlenen. Gezondheid en andere beleidsdomeinen hebben een wederkerig belang. Gezondheid in alle beleid, maar ook gezondheid vóór alle beleid.’

Tinja Verkleij
© VWS, Tinja Verkleij

Chocoladesigaretten en kinderchampagne

Verkleij merkt dat er veel meningen bestaan over het ondersteunen van gezonde leefgewoonten vanuit de gemeente. ‘’Betutteling’’ hoort ze regelmatig. ‘Reclame is ook betutteling, maar heeft positieve frames zoals vrije markt en keuzevrijheid. Het is belangrijk om met elkaar ongezonde vanzelfsprekendheden ter discussie te stellen: kindersigaretten in de Sinterklaasschoen stoppen vinden we tegenwoordig raar, maar kinderchampagne schenken kan nog wel. In feite is dit een soort ‘starterspakket’ voor ongezonde leefgewoonten.

'Dit zijn onderwerpen die misschien klein lijken maar uiteindelijk veel impact hebben. We proberen niet te overtuigen, maar aan te sluiten bij overtuigingen. Zo gaan we niet uitleggen dat roken ongezond is en iedereen beter zou kunnen stoppen, maar zeggen we: roken bij de ingang van een gebouw is niet gastvrij voor mensen die bijvoorbeeld longproblemen hebben of kinderen. Dan sluit je aan op de overtuiging ‘gastvrijheid’.’

Impact maken op gezondheid via inkoop

Verkleij: ‘Als gemeente proberen we ook via ons inkoopbeleid te werken aan gezondheid. Met kleine aanpassingen ten gunste van gezondheid kun je door de grote schaal impact maken. Voor inkopers zijn duurzaamheid en ‘’social return on investment’’ ondertussen normale eisen, maar gezondheid is nog niet gangbaar.

Rond de inkoop van onze nieuwe catering in het stadskantoor is er bijvoorbeeld expliciet aandacht besteed aan gezondheid. Nu is er een aantrekkelijk en gezond voedselaanbod in de kantine. Wat onze gemeente betreft zou gezondheid ook een landelijk doel worden bij het landelijk manifest MVOI (Maatschappelijk verantwoord inkopen en ondernemen). Daar waar relevant neem je gezondheid dan mee in de eisen of gunningscriteria.’

Kijken naar de fysieke omgeving

Naast interne ontwikkelingen kijkt de gemeente ook naar de fysieke omgeving en naar haar eigen woonbeleid. Gezondheidsverschillen en leefgewoonten komen ook samen rond het thema wonen.

‘Mensen die sociaal huren, hebben niet altijd de keuze waar ze willen gaan wonen. Als ze eenmaal een geschikte woning hebben gevonden, blijven ze daar vaak decennia. Vanuit die gedachte kiezen we ervoor om nieuwe sociale huurwoningen niet te plannen in de buurt van snelwegen, vanwege de slechte luchtkwaliteit. We willen onze inwoners daar niet decennia aan blootstellen, terwijl mensen met een grotere beurs in een prettiger en gezondere leefomgeving wonen. Dat zou gezondheidsverschillen vergroten, en daar willen we juist vanaf.’

De eerste 1000 dagen van een buurt

Ook nieuwbouwwijken vragen aandacht van de gemeente – in de beginfase van een buurt wordt de toon gezet. Een gezonde buurt is ook een sociale buurt, waar mensen naar elkaar omzien en een buurtgevoel ervaren.

Verkleij: ‘Je hebt de eerste 1000 dagen van een kind, maar ook van een buurt. Het is belangrijk dat de eerste contacten en gewoonten zich prettig, sociaal en positief ontwikkelen. Leren mensen elkaar snel kennen en zullen ze naar elkaar gaan omzien? Soms heeft een nieuwbouwwijk in de eerste periode geen speelvoorzieningen, en blijven kinderen vaak binnen. Dat wordt vervolgens een gewoonte in de buurt.

Als gemeente is het onze taak om de eerste periode van een buurt te begeleiden. We zorgen dat er meteen iets te doen is. Sociale kracht is dan ook een belangrijk thema in onze nota. Een gezonde, sociale en actieve buurt bouwen is meer dan stenen stapelen.’

Tips voor andere gemeenten: