Kwaliteit van bestaan voorop in onderhandelaarsakkoord ouderenzorg
Zorgorganisaties, zorgverleners, gemeenten en ouderen-/patiëntenorganisaties hebben samen met staatssecretaris Vicky Maeijer afspraken gemaakt om de organisatie van de ouderenzorg te verbeteren en de toegankelijkheid te borgen. De afspraken staan in het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg Samen voor kwaliteit van bestaan. De partijen leggen de afspraken voor aan hun achterban.
Zorg en ondersteuning als het nodig is
Ouderen in ons land moeten erop kunnen rekenen dat zorg en ondersteuning voor hen klaar staan als zij dat nodig hebben. De kwaliteit van bestaan van ouderen staat daarbij voorop. Daarbij maakt het niet uit of ouderen zelfstandig thuis wonen, in een woonvorm of verpleeghuis. Dat is de inzet van het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg Samen voor kwaliteit van bestaan.
Uitgangspunten voor kwaliteit van bestaan
In het onderhandelaarsakkoord zijn enkele uitgangspunten vastgelegd die belangrijk zijn voor kwaliteit van bestaan. Het gaat bijvoorbeeld over:
- het bewustzijn om jezelf voor te bereiden op ouder worden,
- het belang van behoud van zelfstandigheid en eigen regie,
- de waarde van sociale relaties en hun mogelijke rol als mantelzorger,
- de functie van de woning en de buurt waarin de oudere woont,
- het gebruik van technologie.
Concrete afspraken
De betrokken partijen hebben deze uitgangspunten vertaald in concrete afspraken. Daarnaast hebben ze overeenstemming bereikt over de financiën. Ook hebben ze afspraken gemaakt over vermindering van administratieve lasten en het verbeteren van gegevensuitwisseling.
Breed gedragen akkoord
Organisaties die actief hebben deelgenomen aan het opstellen van het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg zijn: ActiZ, Vereniging Nederlandse Gemeenten, Seniorencoalitie, Sociaal Werk Nederland, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, Zorgverzekeraars Nederland, MantelzorgNL, Zorgthuisnl, Verenso, Patiëntenfederatie Nederland, LOC Waardevolle zorg én het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ook betrokken zijn de LHV, de Nederlandse Zorgautoriteit, Zorginstituut Nederland, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Centrum Indicatiestelling zorg en het Centraal Administratie Kantoor (CAK).