Betere patiëntenoverdracht door nieuwe procedure

De Transfer Intervention Procedure is een gestructureerde en gestandaardiseerde overdracht tussen de arts, apotheker of verpleegkundige in het ziekenhuis aan zorgverleners uit de eerstelijns gezondheidszorg. De Transfer Intervention Procedure waarborgt de continuïteit van de zorg en voorkomt dat patiënten complicaties krijgen, waardoor ze opnieuw in het ziekenhuis moeten worden opgenomen.

Een vrouw en een man praten met elkaar in een ziekenhuis
© VWS / Bert de Jong

Onderzoek

Promovenda Rosanne van Seben (AMC) onderzocht de patiëntenoverdracht in acht ziekenhuizen naar aanleiding van een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg. Samen met collega-onderzoekers Kim Verhaegh, prof. Bianca Buurman en prof. Suzanne Geerlings ontwikkelde zij de Transfer Intervention Procedure.

Praktische acties

De Transfer Intervention Procedure bevat veel praktische acties voor verpleegkundigen en artsen tijdens de opname en op de dag van ontslag. Bijvoorbeeld het standaardiseren van de ontslagprocedure en de inhoud van de overdracht, en het inplannen van het ontslag al tijdens de opname.

Het advies is dat artsen en verpleegkundigen minstens 48 uur voor het ontslag beginnen met het opstellen van de ontslagbrief, en deze binnen 24 uur na ontslag verzenden. Daarin moet ook expliciet zijn vermeld met welke medicatie de patiënt moet stoppen en beginnen.

Patiënt betrekken bij het ontslag

Het is belangrijk om de patiënt meer te betrekken bij zijn ontslag, bijvoorbeeld door een ontslaggesprek te voeren en een brief mee te geven waarin staat wat er in het ziekenhuis is gebeurd en wat de patiënt thuis moet doen. Voor kwetsbare patiënten is extra intensieve begeleiding nodig. Artsen en verpleegkundigen in het ziekenhuis kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat een wijkverpleegkundige de zorg coördineert en de patiënt al volgt vanaf ziekenhuisopname.

Meer informatie

Waar: Amsterdam

Betrokken organisatie: AMC


Deel deze pagina